Als deelnemer van SPF bouw je niet alleen pensioen voor jezelf op maar ook voor je partner (partnerpensioen) en voor je kinderen (wezenpensioen). Dit gaat meteen in na je overlijden. Ook als je de pensioenleeftijd nog lang niet hebt bereikt. Op het Uniform Pensioenoverzicht (UPO) dat je jaarlijks ontvangt, zie je wat je kinderen en partner ontvangen als jij overlijdt.
Na een scheiding of eerdere scheidingen kan het partnerpensioen voor (de) nieuwe partner(s) lager zijn. In de brochure ‘Partner- en wezenpensioen’ wordt ingegaan op de verschillende mogelijkheden bij overlijden (overlijden vóór pensionering, ná pensionering, de soorten partner- en wezenpensioen, etc.).
Woon je in Nederland en ben je gehuwd of heb je een geregistreerd partnerschap, dan hoeven je nabestaanden dat niet bij het pensioenfonds te melden. Het overlijden wordt via de Basisregistratie Personen (BRP) automatisch aan het pensioenfonds doorgegeven.
Woon je in het buitenland en ben je gehuwd of heb je een geregistreerd partnerschap, dan moeten je nabestaanden wel het fonds informeren. Dat doen ze door een kopie van de akte van overlijden naar SPF te sturen.
Woon je in Nederland of in het buitenland en heb je een notarieel samenlevingscontract, dan moet je partner bewijzen dat hij/zij inderdaad nog met je samenwoont. Dat kan hij of zij bewijzen door een uittreksel uit het bevolkingsregister, waaruit blijkt dat jullie samenwoonden, naar SPF te sturen.
Het partner-/ wezenpensioen gaat in op de eerste dag van de maand na je overlijden.
Ga je uit dienst als gevolg van je arbeidsongeschiktheid, dan geeft de werkgever dit aan SPF door.
Vanaf je uitdiensttreding loopt bij (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid de opbouw van je pensioen bij SPF geheel of gedeeltelijk door. Afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid betaal je zelf een deel of helemaal geen premie.
Als op datum uitdiensttreding je pensioenloon hoger is dan het maximum dagloon, krijg je over dat meerdere pensioenloon geen WIA-uitkering. Je komt dan bij SPF in aanmerking voor een aanvulling in de vorm van een (reglementair) arbeidsongeschiktheidspensioen. Het arbeidsongeschiktheidspensioen komt alleen tot uitkering als je volledig (80% of meer) arbeidsongeschikt bent. Het arbeidsongeschiktheidspensioen bedraagt 70% van het pensioenloon dat hoger is dan het maximum dagloon (per 1 januari 2019: € 55.927). Kijk hier voor meer informatie over arbeidsongeschiktheid
Het uit elkaar gaan heeft meestal grote gevolgen voor je ouderdomspensioen. De tijdens de huwelijkse periode opgebouwde pensioenrechten moeten bij echtscheiding namelijk tussen jou en je partner verdeeld worden. Dit geldt ook voor het PPS-saldo en het nettopensioenkapitaal. Dit regelt de Wet Verevening Pensioenrechten bij Scheiding (WVPS). Het ouderdomspensioen dat is opgebouwd tijdens de huwelijkse of samenlevingsperiode, wordt verdeeld. Verdeling volgens de standaard betekent dat 50% voor de deelnemer en 50% van het ouderdomspensioen voor de ex-partner is. De uitkering van je ex-partner gaat op hetzelfde moment in als jouw uitkering. Bij beëindiging van een samenlevingscontract heeft je ex-partner alleen recht op een deel van het ouderdomspensioen als dit in het (beëindigings)contract is opgenomen.
Een andere verdeling van het ouderdomspensioen is ook mogelijk, maar dan moet dit wel in de huwelijkse voorwaarden of in een (echt)scheidingsconvenant staan. Naast ouderdomspensioen bestaat ook partnerpensioen. Je ex-partner maakt aanspraak op het partnerpensioen dat je vanaf de datum aanvang deelname tot het moment van scheiding hebt opgebouwd. We noemen dit bijzonder partnerpensioen. Bij jouw overlijden keren we dit bijzonder partnerpensioen uit aan je ex-partner.
Kijk hier voor meer informatie over echtscheiding.
Als je vóór je pensioenleeftijd wilt stoppen met werken, wordt je pensioenuitkering lager. Je opgebouwde aanspraken worden immers over meerdere jaren gespreid. Bovendien bouw je dan minder jaren pensioen op.
Als je meer dan 5 jaar vóór je AOW-leeftijd - gedeeltelijk - met (pre)pensioen gaat, dan moet je je betaalde werkzaamheden - geheel of gedeeltelijk - beëindigen. Je moet dan de intentieverklaring 'geen betaalde werkzaamheden' invullen. Deze verklaring wordt automatisch meegestuurd bij de aanvraag ouderdomspensioen, indien van toepassing. Laat je op een latere datum je (pre)pensioen ingaan, dan hoef je niet te stoppen met werken.
Wil je het ouderdomspensioen vóór de AOW-leeftijd laten ingaan, dan moet je dat zelf aanvragen. Kijk hier voor meer informatie over stoppen met werken.
Je kunt vanaf je 60e met pensioen gaan. Mogelijk heb je voor 1 januari 2006 deelgenomen aan de prepensioenregeling van SABIC. In dat geval is het door jou gespaarde PPS-saldo in een apart potje gereserveerd. Over dit saldo wordt rente bijgeschreven.
Wat je met je PPS-saldo kunt doen is sterk afhankelijk van je leeftijd en je AOW-leeftijd. Kijk hier voor meer informatie over de PPS-regeling.
Je kunt de hoogte van je ouderdomspensioen laten variëren. Ontvang je als je met pensioen gaat nog geen AOW of heb je dan nog financiële verplichtingen (bijvoorbeeld een hypotheek)? Dan kun je kiezen voor een ‘hoog/laag uitkering’. De periode van uitkering wordt dan als het ware in tweeën gesplitst. De uitkering in de eerste periode is bijvoorbeeld hoger dan de uitkering in de tweede periode. Andersom is ook mogelijk. De hoogte van die uitkeringen wordt berekend op basis van het opgebouwde pensioen op het moment dat je met pensioen gaat. Kijk hier voor meer informatie over Variëren.
Raadpleeg ook eens de pensioenplanner op de website. Deze stelt je in staat om met je eigen pensioengegevens de mogelijkheden om eerder met pensioen te gaan te bekijken.
Je kunt het pensioen laten ingaan op je AOW-leeftijd, maar ook vóór of na je AOW-leeftijd. Het vroegst mogelijke tijdstip waarop je pensioen van SPF kunt ontvangen, is je 60ste verjaardag. Enkele maanden voor je AOW-leeftijd ontvang je automatisch van SPF een aanvraagbrief. Bij deze brief ontvang je tevens formulieren om je keuzes aan te geven.
Wil je het ouderdomspensioen vóór de AOW-leeftijd laten ingaan dan moet je dit zelf aanvragen bij SPF. Je stuurt dan uiterlijk 3 maanden vóór de gewenste pensioeningangsdatum het ‘aanvraagformulier ouderdomspensioen’ naar SPF. Je kunt dit formulier ook downloaden via de website van SPF bij ‘downloads’. SPF stuurt je vervolgens een aanvraagbrief.
Wil je het pensioen na je AOW leeftijd laten ingaan (uiterlijk 5 jaar na de AOW-leeftijd) dan moet je dat ook zelf aanvragen via het ‘aanvraagformulier ouderdomspensioen’.
Om een PPS-uitkering aan te vragen kun je gebruik maken van het formulier 'aanvraagformulier PPS-uitkering'.
De Algemene Ouderdomswet (AOW) is een basispensioen voor alle inwoners van Nederland die de AOW-leeftijd bereiken. Je bouwt een volledige AOW-uitkering op als je in de 50 jaar voor je AOW-leeftijd in Nederland hebt gewoond en/of gewerkt. Voor ieder jaar dat je mist, wordt de AOW met 2% gekort. AOW wordt toegekend en betaald door de Sociale Verzekeringsbank (SVB).
Je AOW-leeftijd is afhankelijk van je geboortejaar. Meer informatie over AOW vind je op www.svb.nl. Daar kun je je AOW-leeftijd en ook de betaaldata van je AOW-uitkering vinden. Op de website van ‘Mijnpensioenoverzicht.nl’ kun je je opgebouwde en te bereiken AOW vinden.
Als je vóór je pensioenleeftijd wilt stoppen met werken, wordt je pensioenuitkering lager. Je opgebouwde aanspraken worden immers over meer jaren gespreid. Bovendien bouw je dan minder jaren pensioen op.Wanneer je eerder gespaard hebt via de PPS-regeling dan kun je het gespaarde PPS-saldo inzetten om je (levenslange) ouderdomspensioen te verhogen. Het ouderdomspensioen kun je laten ingaan tussen je 60e en je AOW-leeftijd.Je kunt het PPS-saldo ook inzetten voor een tijdelijke PPS-uitkering voorafgaande aan je (ouderdoms)pensioen. Kijk hier voor meer informatie over PPS.
Bij vragen over je pensioen kun je terecht bij onze Pension Desk: tel.: 045 – 5788100 of e-mail: info.PensioenfondsSABIC@dsm.com.
Je individuele spaarpot groeit door een rentevergoeding op je PPS-saldo. SPF geeft je jaarlijks rente op je PPS-saldo. Deze rente wordt bepaald op basis van het totaal rendement dat SPF over de beleggingen in het voorafgaande kalenderjaar heeft behaald. Het rentepercentage wordt jaarlijks per 1 juli bepaald. Bij de vaststelling van het rendement wordt rekening gehouden met 0,10% beleggingskosten. Op het PPS-saldo worden geen kosten ingehouden. De rente op het PPS-saldo wordt bepaald op basis van het totaal rendement op de beleggingen over het afgelopen jaar. Deze rente wordt vervolgens toegepast van 1 juli tot 1 juli. Dit betekent dat elk jaar twee rentepercentages worden toegepast. De rente op het PPS-saldo kan niet negatief zijn.
- Degene met wie je getrouwd bent, of - Degene die als je partner geregistreerd staat bij de Burgerlijke Stand, of - Degene met wie je een notarieel samenlevingscontract hebt en met wie je op hetzelfde adres woont. Voorwaarde hierbij is verder dat het samenlevingscontract is gemeld bij SPF en door SPF is erkend. Degene met wie je ná je pensionering een van de genoemde partnerschappen aangaat, komt niet in aanmerking voor een partnerpensioen.
De website www.mijnpensioenoverzicht.nl van de overheid biedt een overzicht van alle pensioenen die iemand in de loop van de tijd bij verschillende pensioenfondsen in Nederland heeft opgebouwd. Toegang tot de site is alleen mogelijk met een DigiD-code. Dat is je inlogcode bij de overheid. Als je geen DigiD-code hebt, kun je die aanvragen via de website www.digid.nl.Biedt de website 'mijnpensioenoverzicht' geen of onvoldoende informatie over je vroegere pensioenuitvoerder? In dat geval zijn er nog meer mogelijkheden. En wel de volgende.
Heb je een bewijs of opgave van de aanspraken, dan kun je de Informatiedesk van De Nederlandsche Bank (DNB) bellen voor namen, adressen en telefoonnummers van bestaande pensioenfondsen en/of verzekeringsmaatschappijen. De informatiedesk is van maandag t/m vrijdag tussen 9.00 en 17.00 uur bereikbaar op telefoon 0800-0201068 (gratis) of per e-mail: info@dnb.nl. Je kunt ook de internetsite van DNB raadplegen: www.dnb.nl. Heb je geen bewijs of opgave, dan kun je informeren bij je voormalige werkgever of vroegere collega’s, als de werkgever niet te vinden is. Informeer dan bij vakorganisaties of zij het bedrijf kennen. Voor bepaalde bedrijfstakken geldt verplichte deelneming aan een bedrijfspensioenfonds, dus dan kun je je rechtstreeks melden bij dat fonds. Voor een pensioenvoorziening die is ondergebracht bij een verzekeraar, kun je je wenden tot het ‘verbond van verzekeraars’.
Telefoonnummer en email045-5788100 info.PensioenfondsSABIC@dsm.com